skipToContentskipToFooter

Vrachtvoordeel, een snellere overtocht door minder aanloopha­vens, minder tijd voor laden en lossen, weersinvloeden spelen nauwelijks een rol

Een duurzame, stevige meermalen bruikbare transportlaadkist, van aluminium, rfp (reinforced fibre plywood) of van staal, met gestandaar­diseerde afmetingen zodat ze overal op dezelfde wijze behandeld en vervoerd kunnen worden. De meest voorkomende maten zijn de 20’ en de 40’ container. De breedte is bij alle typen in verband met de breedte van de wegen 8’. De hoogte kan variëren: 8'6", 9' tot 9'6" voet (1 voet = 30,48 cm). De 20’ container is bedoeld voor zware lading, de 40’er voor volumineuze lading. De “max. payload” (maximale gewicht wat erin mag) van een 20’ container is ongeveer 24 mt, van een 40’ ongeveer 27,5 mt. Op beperkte schaal zijn containers beschikbaar met een versterkt frame en vloer. Hier kan men ongeveer 2 – 3 mt extra inladen.

De container wordt aan boord van de schepen in schachten neergelaten. Bij een 3e generatie schip stapelt men onderdeks 9 lagen op elkaar, aan dek dan nog eens 4, soms 5. Alles natuur­lijk afhankelijk van het gewicht in de container, om niet de stabiliteit van het schip in gevaar te brengen. De positie van de container in of op het schip wordt door middel van baaien, rijen en lagen aangegeven en wordt tegenwoordig via de computer nauw­keurig berekend.

Waarom containervervoer

Vrachtvoordeel, een snellere overtocht door minder aanloopha­vens, minder tijd voor laden en lossen, weersinvloeden spelen nauwelijks een rol. De goede­ren worden in gesloten ruimten - container freight stations - ontvangen en weer afgeleverd voor hoeveelheden minder dan één container (LCL = less than container load). Omdat de goederen minder verplaatst worden, kan veelal worden bespaard op de verpakking.

De container wordt na belading verzegeld, de goederen zijn dus relatief veilig (lagere verzeke­ringspremie). Weliswaar is de container een anoniem transport­middel, maar toch geeft hij eigenlijk slechts de illusie van een veilige verpak­king: "alles dicht". De betrekkelijkheid van deze veiligheid blijkt uit de schade­mel­dingen. In ieder geval moet men de container voor het gebruik goed nakijken op gaten en goed-sluitende deuren.

Voorts dient men als verscheper zelf te zorgen voor een goede stuwage en vastzetting van de goederen in de container.

Typen containers

  • 20-voets general purpose container geschikt voor normaal stuk­goed tot 6 m lengte. De breedte bedraagt altijd 8 voet en de hoogte beweegt zich van 8' tot 9'6" voet. (Dit geldt ook voor de andere containers). Nuttige inhoud van zo'n 20-voets container is 18 tot 24 ton en goed voor zo'n 30 m3.
  • 40-voets (12.20 m) general purpose container voor volumi­neuze lading tot 12 m lengte. Capaciteit onge­veer 24 tot 27,5 ton, volume tot 70 m3.
  • Open top containers - 20- en 40-voets - voor goederen, die alleen van bovenaf geladen kunnen worden, b.v. zware machines en lading die boven de aangege­ven afmetingen uitsteekt. Men moet bij boeking wel speciaal ruimte op het schip hiervoor reserveren (over height). Over de lading wordt tijdens de transport altijd een dekzeil gespannen, tenein­de optimale bescherming te bieden.
  • Open side containers (alléén in 20-voets uitvoering). De laadkist is uitge­voerd zonder zijwanden en is speciaal ontwor­pen voor goederen, die ventilatie behoeven zoals aardappe­len, uien, tabak, cacao etc. Ook hier worden tijdens vervoer over land zeilen aangebracht als bescherming tegen weersinvloeden. Tijdens het zeetransport (onderdeks) worden deze opgerold, teneinde geme­chaniseerde ventilatie te bevorderen.
  • Flatracks in 20- en 40-voets uitvoering. Dit zijn laadbo­dems zonder zijwanden en soms ook zonder kopschotten voor lading die in het algemeen breder en hoger is dan de afmetin­gen van een gesloten container.
  • Reefer containers in 20- en 40-voets uitvoering. Een koel-vriescontainer, waarin lading wordt vervoerd, die op de gewenste temperatuur kan worden gehouden.
  • Bulk container - alléén in 20-voets uitvoering - voor los gestorte lading. Er bestaan ook bulk containers met laaddeuren. Deze kunnen ook gebruikt worden als general purpose containers. Soms worden er ook tankcontainers aangeboden voor vloeibare lading. De tanks kunnen uitgevoerd zijn met diverse coatings en worden afhankelijk van het te vervoeren product ingezet.

Ladingaanbod en de container

Is het aanbod onvoldoende om een hele container te vullen, spreekt men van LCL (Less than Container Load). Wanneer echter volle container-lading kan worden aangeboden, spreekt men van een tweede goederenstroom, de FCL (Full Container Load). Afhankelijk van de vaarbestemming is men bij ontvangst / afleve­ring van de container “terminal handling charges” (THC) verschul­digd. Soms zijn deze kosten verdisconteerd in de zeevracht.

Elk type container heeft een eigen laadcapaciteit (max. payload), hetgeen staat aangege­ven op de achterzij­de van de contai­ner. Met een zekere tole­rantie is de container op dit gewicht getest. Uit veilig­heidsoverwe­gingen wordt dringend geadviseerd deze grens niet te overschrijden. Bovendien gelden in veel landen voorschriften voor weg- en brugbe­lasting (“road limitations"), die in veel gevallen tot een lagere maximale belading leiden dan de container zou kunnen vervoeren.

Vragen over internationaal ondernemen?

Peter en zijn collega's helpen je graag verder

Peter evofenedex